LOGIN ACCOUNT MEMBER
  • No products in the cart.

Exhibition Jozef Mees (1898-1987) ‘Lyrical paintings 1955-1965’

Galerie Alain Hens presents:
Emiel Veranneman: ‘Unseen Items from an early collection’

 

ENG:

JOZEF MEES (1898 – 1987) was a Ghent painter, architect, and interior designer whose abstract canvases, studies, and works on paper are his best-known forms of expression.

 

WORK

As a pupil of Jean Delvin, Mees graduated from the Academy of Ghent in 1920. He went to work in his family’s furniture business and began his career as a cabinetmaker and decorator. Nevertheless, he continued to nurture his creative aspirations, and his artistic work was exhibited for the first time in 1924. Several exhibitions followed, but it was not until after World War Two that Mees explicitly devoted himself to his further painterly development.

His early paintings, 1940, are characterized by Flemish Expressionism. These works are animistic and show monumental figures and structured landscapes. They carry with them Mees’s admiration for Frits Van den Berghe. Like Van Den Berghe, he manages to reconcile the vitality of Expressionism with his open mind.

From the 1950s onwards, Mees started to work more abstractly, a fact that would mark the further course of his career. These lyrical canvases carry an emotional charge reminiscent of L’école De La Paris de Jeune Peinture Belge, Action painting and post-expressionism. However, he did not shy away from the use of matter. Instead, light, form, and content play a prominent role within this colorful, layered work.

 

ABSTRACT LYRICAL WORK

Around 1967, Mees opted for more measured, structured compositions and preferred pure surfaces and sterile line work. One can speak of a change within his style, but he retained his distinct color palette. Characteristic is how he contrasts his bright colors with a dark background and gives his works an outspoken, vivid character. Jozef Mees attaches great importance to the flat surface. Mees continually experiments with this chosen means of expression and rejects any depth, and sticks to the balanced forms.

All his compositions are studied wisely and well-considered; nothing is left to chance.

 

HIS ROLE ON THE NATIONAL ART SCENE

Jozef Mees is counted among the generation of the bridge, as Karel Geirlandt wrote: “The generation of the bridge has stripped old art of its image, its content, and value structure. The role of Jozef Mees on the Ghent and national art scene was that of an originator of the new consciousness.

He has always been a passionate defender of contemporary art, both nationally and internationally, and rarely minced his words.”

He said in an interview: “(…) All contemporary art fascinates me, but I am critical of it. I don’t want to accept everything blindly. (…) Of course, I don’t know whether my way is the right one, but I don’t want to remain stuck on a certain level, even if it is justifiably acceptable in the eyes of others.”

 

In the 60s-70s, Jozef Mees was part of the MSK Ghent. Here he fulfilled a role within the Purchasing Committee and later as chairman of the Supervisory Committee. He was also a co-founder of the Association of the Museum of Contemporary Art Ghent. Because of this, he was at the basis of the establishment of the SMAK, which will later fall under Jan Hoet.

Thanks to him and his open-mindedness, a new generation of painters such as Roger Raveel, Camille D’havé, Frans Piens, Pierre Vlerick, Marcel Ysewijn… were given the opportunity to show their work at The Museum of Modern art, Ghent. Roger Raveel spoke of his experience and encounter with Mees during the expo at MSK Ghent as “(…) a kind of confrontation of older and younger artists. (…)”. In Ghent, he carried the title of the most reckless defender of modern art. K.J. Geirlandt described him as “the youngest among the young.”

 

In addition, in 1967, he grew from artistic advisor to Jules Dhondt to co-founder of the Museum Dhondt-Dhaenens. He held this position for decades. Here, too, his progressive vision ensured improvement and renewal.

He was also a founding member of PROKA, the association of promoters of Ghent’s Royal Academy of Fine Arts. Mees’ oeuvre was honored at the MSK 1993 exhibition

 

 

“(…) By his dynamism, energy, endurance, and generosity of his élan, he helped accelerate the evolution of the art of the times and prepared the art of the present. (…)” J.K. Geirlandt

 

 

 

 

 

///
NED:

JOZEF MEES (1898 – 1987) was een Gents schilder, architect en binnenhuisarchitect.  Zijn abstracte doeken, studies en werken op papier behoren tot zijn bekendste expressievormen.

 

WERK

Mees studeerde, als leerling van Jean Delvin, in 1920 af aan de Academie van Gent. Hij ging aan de slag in het meubelbedrijf van zijn familie en startte zijn carrière als meubelmaker en decorateur. Toch bleef hij zijn creatieve aspiraties voeden en werd zijn artistiek werk in 1924 voor het eerste tentoongesteld. Daarna volgde meerdere expo’s, maar pas na wereldoorlog twee legde Mees zich expliciet toe op zijn verdere schilderkunstige ontwikkeling.

Zijn vroege schilderijen, 1940, worden gekenmerkt door het Vlaams Expressionisme. Deze werken zijn animistisch van aard en tonen monumentale figuren en gestructureerde landschappen. Ze dragen Mees zijn bewondering voor Frits Van den Berghe met zich mee. Net als Van Den Berghe slaagt hij erin de vitaliteit van het expressionisme te verzoenen met zijn open geest.

Vanaf de jaren 50 gaat Mees abstracter te werk. Een gegeven dat het verdere verloop van zijn carrière zal markeren. Deze lyrische doeken dragen een gevoelsgeladenheid met zich mee die doen denken aan L’école De La Paris de Jeune Peinture Belge, de Actionpainting en post-expressionisme. Hij schuwde het gebruik van materie niet. Binnen dit kleurrijk, gelaagde werk spelen licht, vorm en inhoud een prominente rol.

 

ABSTRACT LYRISCH WERK

Rond 1967 opteert Mees voor een meer afgewogen, gestructureerde composities en geeft hij voorkeur aan zuivere vlakken en een steriele lijnwerking. Er kan gesproken worden van een verandering binnen zijn stijl, maar aan zijn uitgesproken kleurenpalet blijft hij vasthouden. Kenmerkend is de wijze waarop hij zijn felle kleuren aftoetst tegenover een donkere achtergrond en zijn werken van een uitgesproken flamboyant karakter voorziet. Aan het plat vlak hecht hij enorm veel belang. Voortdurend experimenteert Mees met dit uitverkoren expressiemiddel. Hij wijst elke dieptewerking af en houdt zich aan de platte vormen.

Al zijn composities worden verstandelijk bestudeerd en wel overwogen. Er wordt niets aan het toeval overgelaten.

 

ZIJN ROL BINNEN DE GENSTE EN NATIONALE KUNSTSCENE

Jozef Mees wordt tot de generatie van de brug gerekend. Zoals Karel Geirlandt schreef: “De generatie van de brug heeft de oude kunst ontdaan van haar beeld, haar inhoud en haar waarde structuur. De rol van Jozef Mees op de Gentse en de nationale kunstscene was deze van een verwekker van het nieuw bewustzijn.

Hij is steeds een hartstochtelijk verdediger geweest van de hedendaagse kunst, zowel nationaal als internationaal. Hij nam daarbij zelden een blad voor de mond.”

Zo vertelde hij zelf in een interview: “(…) Alle actuele kunst boeit me, maar ik sta er wel met kritische geest tegenover, ik wens niet alles klakkeloos te aanvaarden. (…) Ik weet natuurlijk niet of mijn weg de juiste is, maar ik wil niet blijven hangen op een zeker peil al is dat ook nog zo verantwoord acceptabel in de ogen van anderen.”

 

In de jaren ’60-’70 maakte Jozef Mees deel uit van het MSK Gent. Hij vervulde hier een rol binnen de Aankoopcommissie en later als voorzitter van de Toezichtcommissie. Ook was hij een medeoprichter van de Vereniging van het Museum van Hedendaagse Kunst Gent. Hierdoor stond hij aan de basis van de oprichting van het SMAK dat late onder het bewind van Jan Hoet zal vallen.

Het is dankzij hem en zijn onbevangenheid dat een nieuwe generatie schilders zoals Roger Raveel, Camille D’havé, Frans Piens, Pierre Vlerick, Marcel Ysewijn… de kans kregen hun werk te tonen in het SMAK. Roger Raveel sprak over zijn ervaring en ontmoeting met Mees tijdens de expo in het MSK Gent als “(…) een soort confrontatie van oudere en jongere kunstenaars.(…)”.  In Gent droeg hij de titel van meest onstuimige verdediger van de moderne kunst. K.J. Geirlandt beschreef hem als “de jongste onder de jongeren”.

 

Daarnaast groeide hij, in 1967, van artistiek adviseur van Jules Dhondt uit tot medestichter van het Museum Dhondt-Dhaenens. Deze functie bekleedde hij tientallen jaren. Ook hier zorgde zijn vooruitstrevende visie voor verbetering en vernieuwing.

Ook was hij stichtend lid van PROKA, de vereniging van promotors van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Gent. Het oeuvre van Mees werd gehuldigd op de tentoonstelling MSK 1993

 

 

“(…) Door zijn dynamisme, zijn energie, zijn uithoudingsvermogen en de edelmoedigheid van zijn élan heeft hij de evolutie van de tijdskunst helpen versnellen en de kunst van heden voorbereid. (…)” J.K. Geirlandt

 

TENTOONSTELLINGEN (Een selectie uit een groter geheel)

Solo tentoonstellingen

Gent: 1924
Gent: Galerie Vyncke-Van Eyck 1939
Brussel: Palais Beaux Arts 1956
Gent: Galerie Vyncke-Van Eyck 1956
Brussel: Galerie Les Contemparains 1958
Wetteren: Galerie Drieghe 1960
Parijs: Galerie du Haut Pavé 1960
Brussel: Palais Beaux Arts 1963
Gent: Galerie Vyncke-Van Eyck 1965
Gent: Galerie Richard Foncke 1968
Gent: Museum Schone Kunsten ‘retrospectieve’ 1968
Brussel: Walter Thompson Art Gallery 1971
Brussel: Paleis Schone Kunsten 1971
Schelderode: Kunst Forum 1971
Deurle: Museum D’hondt-Dhaenens 1975
Deurle: Museum D’hondt-Dhaenens 1988
Gent: Museum Schone Kunsten 1992

Een kleine greep uit zijn groepstentoonstellingen

Brussel: Palais Beaux Arts, 1936
Doornik: Kunstkring, 1939
Brussel: Museum voor moderne kunst, ‘Plastica’ 1940
Gent: Kunst en letterkring, ‘Plastica’ 1940
Gent: Vierjaarlijks Kunstsalon, 1946, 1950, 1954
Gent: Museum voor Schone Kunsten, ‘Gentse schilders & beeldhouwers’ 1950, 1952
Leiden: Stedelijk museum, ‘Hedendaagse Gentse kunstenaars’ 1953
Gent: Museum van der Haegen 1959
Blankenberge: ‘Contrast’ 1960
Gent: FORUM 61, 1961
Gent: Europabank, ‘Vier Gentse Kunstenaars’ 1966
Gent: Galerie Richard Foncke, 1970